• Skip to main content
  • Skip to footer

Marida Rake Teksten

Nijmegen

  • Home
    • Even een leuke tekst schrijven…
    • Iets over mezelf…
    • Recensies en Portfolio
  • Teksten
    • Werkwijze
    • Briefing
    • Tarieven
    • Algemene Voorwaarden
  • Familieverhalen
    • Uw eigen familieverhaal
    • Hoe gaat het in zijn werk?
    • Interviews en uitwerking
    • Wat kost het?
  • Debuutroman
  • Contact
    • Phoenix Uitgeverij

marida

Nieuwsbrief april

april 23, 2017 by marida

Hallo volgers!
Leuk dat jullie geïnteresseerd zijn in mijn nieuwsbrief, waarin ik jullie met plezier op de hoogte houd van de laatste nieuwtjes van mijn schrijversperikelen.

Publicatie in Hallo Nijmegen
Als eerste staat mijn publicatie in Hallo Nijmegen op de agenda. Het huis-aan-huisblad, dat eind volgende week in de bus valt in Nijmegen en omstreken. Daarin wordt mijn eerste korte verhaal gepubliceerd, op bladzijde 13: Een bosje tulpen. 

En kort is dus in dit geval dus ook echt kort!
Een half A-viertje… Dat lijkt misschien gemakkelijk, maar in feite is dat een stuk lastiger, dan als je onbeperkt je schrijversdriften kan volgen, en alles wat je hart ingeeft, mag neerpennen! Want het hele verhaal dient verteld te worden in dat ene kleine stukje tekst. Dus geen uitgebreide intro’s, geen karakterbeschrijvingen of flashbacks, maar linea recta in het verhaal duiken, en via een korte beschrijving meteen door naar de uitsmijter! Leuk, maar wel een uitdaging! Lees zelf maar of je vindt dat ik erin geslaagd ben. (Mocht je de Hallo Nijmegen niet in de bus ontvangen hebben, (bijvoorbeeld als je een nee-nee sticker naast je brievenbus hebt) dan kun je het artikel ook lezen op www. hallonijmegen.nl.  Ik ben heel benieuwd naar jullie reacties!

In deze uitgave maak je bovendien kans om mijn debuutroman te winnen, als je de woordzoeker op bladzijde 38 op weet te lossen. De inzenders van de juiste oplossing dingen mee naar een gesigneerd exemplaar van mijn boek Wiet & witte wijn. Mocht je het zelf al hebben (wat ik hoop!) dan kun je goede sier maken door het boek cadeau te doen aan een goede vriendin (of vriend mag ook natuurlijk!)

Het tweede item is mijn nieuwe schrijversspecial: Familieverhalen.
Via mijn blog kun je mijn herinneringen aan mijn bloemrijke jeugdverhalen volgen. (Je kan natuurlijk gewoon af en toe inloggen, maar als je je inschrijft voor de nieuwsbrief, lees je het verhaal meteen als het is geplaatst). De titel van deze week is: Winter in het stadswandelpark.

 Maar mijn verhalen zijn zeker niet uniek. De meeste mensen hebben zoveel interessante, leuke, of ontroerende herinneringen aan hun jeugd of aan gebeurtenissen in de familie, dat het doodzonde zou zijn daar niets mee te doen. Ook als je daar zelf geen zin of tijd voor hebt. Want als je mij jouw familieverhaal vertelt, zorg ik ervoor, dat het een boeiend verhaal wordt, herkenbaar geschreven en mooi vormgegeven in een boek. Eventueel aangevuld met sprekende foto’s, die het beeld compleet maken; een fantastische erfenis voor de volgende generatie!

Aanbieding
En voor mij is het niet alleen heel leuk en interessant om dat verhaal te mogen verwoorden, maar we doen het samen. Jij vertelt, ik schrijf. En omdat dit mijn première is in Familieverhalen, wil ik een leuke aanbieding doen, namelijk een korting van 30% voor de eerste aanmelder!

Dat maakt het wel heel interessant om je geschiedenis nu voordelig vast te leggen…Voor meer informatie, kijk maar eens op Familieverhalen
Of bel me gerust even, dan leg ik je graag uit hoe we samen aan zouden kunnen pakken. Uiteraard vrijblijvend. Ik hoor graag van je!


  • Share Post
  • Twitter
  • Facebook
  • Google +1
  • Email

Winter in het stadswandelpark

april 22, 2017 by marida

, en 

Een van de foto’s uit de oude doos, die herinneringen bij me oproept. Samen met mijn moeder, mijn zusje en mijn grote broer (rechts) proberen we de zwaan, die uit het halfbevroren water komt, te verleiden dichterbij te komen. De snee oud brood, die mijn kleine zusje hem toesteekt, lijkt te werken; de zwaan komt argwanend dichterbij en hapt dan gulzig toe. Mijn oudere broer Ben, dertien jaar op dat moment, kijkt, met de slee in zijn hand, afwachtend toe…
Een nostalgisch beeld uit de winter van 1961-62. Sneeuw, warme jassen en vrolijke gezichten… Het Stadswandelpark, een park ten zuiden van het centrum van Eindhoven, vormde het decor van dit plaatje. Maar in datzelfde jaar, in diezelfde winter zelfs, speelde zich ook een ander scenario af, dat wat minder blije gezichten opleverde…

De ‘agent’

Het was een heldere namiddag. De dagen ervoor was er veel sneeuw gevallen, en ik mocht met mijn grote broer en mijn hartsvriendin Els, die net weer beter was, na school naar het park, om te gaan sleeën en in de sneeuw te spelen.
Het zal zo tegen een uur of vier, halfvijf geweest zijn, dat Els en ik lachend en sleeënd door het park crosten, terwijl Ben met zijn fiets in de buurt bleef. Er was nauwelijks verschil te zien tussen de wandelpaden en het keurige gazon, waar nu een dikke laag sneeuw op lag.  En wij hadden, als 8-jarige kinderen, natuurlijk totaal geen oog voor het kleine bordje, dat vermanend boven de sneeuw uitstak.
Totdat een man in een donkere jas en een pet op, een agent dachten wij, ons bars aansprak over ons gespeel op het grasveld. Ons volledig onbewust van de regel die we overtraden, staarden we geschrokken naar het bordje ‘verboden te betreden’, dat wandelaars van het grasveld moest weren. Maar gelukkig bleef het bij een waarschuwing. We knikten gehoorzaam, met de belofte het gras verder te mijden, waarna de man weer doorliep, met zijn fiets aan de hand. Uitgelaten als we waren duurde het echter nog geen vijf minuten voor we de waarschuwing weer vergaten; de maagdelijke sneeuw op het grasveld was té aantrekkelijk.
Toen het begon te schemeren, wisten we dat het tijd was om naar huis te gaan, als we voor het donker thuis wilden zijn. Maar nog voor we de uitgang van het park bereikten, stond de man met de fiets, die ons eerder berispt had, opeens weer voor onze neus. Hij had gezien dat we zijn waarschuwing in de wind hadden geslagen, baste hij streng, en nu was hij verplicht onze ouders op de hoogte te stellen van onze overtreding. Onder de indruk van zijn verhaal knikten we geïmponeerd, en gaven antwoord op zijn vraag waar we woonden. Of we daar een bewijs van bij ons hadden, vroeg hij. Nee, dat hadden we niet…
Mijn oudere broertje voelde zich verantwoordelijk, en bood aan om dat thuis te gaan halen. De man stemde daar mee in en gebood ons, meisjes, op zijn terugkomst te wachten. Daarna zou een andere agent, die nu was eten, het van hem overnemen. Maar het was koud, het werd langzaam donker, en we kregen koude voeten. Hij ijsbeerde op en neer en sloeg demonstratief met zijn armen om zich heen. Meelevend bedachten wij dat hij het ook wel koud zou hebben. Dus toen hij voorstelde om maar gezamenlijk naar huis te lopen, leek ons dat beter dan het, stilstaand, alsmaar kouder te krijgen. En vervolgens begonnen we richting Roothaanstraat te lopen, de straat waar we allebei woonden, terwijl hij erover klaagde, dat hij door ons nou zijn avondmaal zou missen. Dat vonden we zo zielig voor hem….
In dat stadsdeel, Stratum, waren er overal tussen de achtertuinen van de huizen in smalle gangetjes, die meestal een kortere route boden. Toen hij een gangetje in wilde glippen, vertelde Els hem echter argeloos dat onze juffrouw daar woonde, waarop hij dat plan meteen weer liet varen. Maar er gaan meer wegen naar Rome… En aangezien we er de weg kenden, was ik niet argwanend toen hij met ons een ander donker gangetje inliep; dat deden we zelf immers ook altijd. Hij wees naar een verlicht slaapkamerraam en zei dat de bewuste politieagent daar aan het eten was, en dat we op hem moesten wachten. Op dat moment kondigde mijn iets oudere vriendinnetje opeens aan, dat zij wel even snel vooruit zou lopen… Ikzelf had echter nog niets in de gaten. Het drong niet eens in mijn naïeve geest door, dat het een wel erg vreemde gang van zaken was. Integendeel; in mijn onschuld stelde ik haar zelfs voor om maar een appeltje van thuis voor hem mee te nemen…
Terwijl zij pijlsnel naar de straat rende, bleef ik alleen met de man achter. Pas toen hij aan zijn gulp begon te sjorren, en vroeg of ik niet moest plassen, begon me iets te dagen… Maar op het moment dat hij aan mijn onderbroekje wilde gaan frummelen, kwam er opeens een man met een hondje het gangetje in gelopen. De ‘wetsdienaar’ wist niet hoe snel hij hem moest smeren! Zelfs op dat moment had ik nog niet door waaraan ik was ontsnapt…
Eenmaal thuis hoorden mijn ouders ontzet het hele verhaal aan, en de consternatie was groot, dat staat me nog helder voor de geest! Nog diezelfde avond moesten we, samen met Els en haar ouders, naar het politiebureau om te vertellen wat er gebeurd was. De rechercheur, die onze verklaring opnam, schoof ons een boek met foto’s onder de neus. Of we er iemand uit herkenden…

Pas veel later begreep ik, dat ik het aan de argwaan van mijn vriendinnetje te danken had, dat het niet verder uit de hand gelopen is met de ‘agent’, die een ordinaire kinderlokker bleek te zijn! Een figuur, waarvoor we als kleine kinderen al gewaarschuwd werden…
Maar door haar alertheid en mijn eigen naïviteit is het gelukkig nooit meer geworden dan een spannende, ietwat vage herinnering. Daardoor ben ik gevrijwaard gebleven van het trauma dat een dergelijk incident bij een kind had kunnen veroorzaken. Dus bij deze, Els, alsnog bedankt voor jouw waakzaamheid!


  • Share Post
  • Twitter
  • Facebook
  • Google +1
  • Email

Herinneringen aan een wit prinsesje…

april 15, 2017 by marida

Mijn eerste Heilige Communie.

Een van de herinneringen die me bijgebleven is uit die tijd, is mijn Eerste Heilige Communie. Destijds een belangrijk kerkelijk feest in mijn katholieke opvoeding.
Al dagen van tevoren was ik opgewonden voor het komende feest, mijn door mijn moeder zelfgemaakte witte jurk met roesjes hing klaar, en ik had speciaal voor de gelegenheid nieuwe witte schoenen gekregen met bijpassende witte sokjes! Ik telde de dagen af! Het enige minpuntje was, dat ik dolgraag mooie golvende lokken wilde, terwijl er in mijn steile blonde haar geen krul te bespeuren was. Maar mijn moeder wist raad. De avond van tevoren zette ze zachte schuimrubber rollers in mijn haar voor ik naar bed ging. Als die er de hele nacht in zouden zitten, zou ik de volgende dag vast de zo vurig gewenste krullen hebben!
Die avond in bed durfde ik mijn hoofd nauwelijks te bewegen. Het moest lukken! In die dagen was er nog niet zoiets als de veelbelovende haargel of verstevigingsmousse, zoals je die nu in alle soorten en voor elk haartype kunt kopen. Alleen haarlak, een nog wat primitieve variant van de geavanceerde sprays die nu de schappen vullen, was het enige ‘wapen’ dat mijn moeder in kon zetten. Eerlijk gezegd kan ik me niet meer herinneren of ze die ook echt heeft gebruikt, maar wat ik wel weet, is dat ‘al op weg naar de kerk’ de zorgvuldig gemodelleerde krullen er al weer uitgezakt waren. Nou ja, in feite deerde het me niet, ik had een prachtige kanten haarband die dat verbloemde, en ik vond dat ik er als een prinsesje uitzag, helemaal in het wit! (Jammer genoeg heb ik alleen een foto met dat stomme jasje…)

Van de dienst zelf, in de kerk, herinner ik me weinig. Ik weet alleen nog dat we als een lange rij kleine meisjes voorin de kerk de op school ingestudeerde gebeden en liedjes ten gehore brachten. Daarna kregen we van de priester in zijn paarse gewaad zo’n ‘snoeppapieren’ ding op de tong, waar we vooral niet op mochten kauwen! Maar het feest erna, met ranja en taart, vond ik veel belangrijker. (Toen al!) Zelfs de ietwat teleurstellende ‘buit’ van die dag kon daar geen afbreuk aan doen; ik voelde me het stralende middelpunt! Al had ik stiekem toch wel op wat leukers gehoopt dan de cadeautjes die ik kreeg… Een kerkboek met vrome plaatjes, een paarlemoer(kleurige) rozenkrans, en een bestek met inscriptie van een jezusfiguur met stralenkrans; dat waren bepaald geen wensdromen! Maar in die tijd moest je eerste kerkelijke inzegening je toch vooral veel vroomheid en goddelijk besef bijbrengen, al is dat met mij nooit helemaal gelukt. Ik was weliswaar een meegaand kind, maar ik had ook toen al een kritische geest. Als er een God bestond waarom gingen mensen dan dood? En waarom hadden de arme kindertjes in Afrika niets te eten? Daar kon ik als klein meisje echt van wakker liggen, dus ik had het niet zo op met die rechtschapen God, die ons voorgespiegeld werd… Zo vond ik het verschrikkelijk onrechtvaardig dat babytjes, die niet gedoopt waren, niet naar de hemel zouden gaan, zoals ons zonder pardon door de nonnen op school werd verteld.

Nauwelijks een week later heb ik mijn rozenkrans weggegeven aan een klasgenootje die hem prachtig vond. Omdat ze zo aardig was… Tot op de dag van vandaag twijfel ik er echter aan of dat een genereuze daad was, of gewoon verholen rebellie… Maar als ik er wat langer over nadenk, weet ik diep in mijn hart dat het waarschijnlijk dat laatste was…


  • Share Post
  • Twitter
  • Facebook
  • Google +1
  • Email

Nijmegen achtergrond van thriller…

november 2, 2016 by marida


artikel-de-brugHet aangekondigde interview in het weekblad De Brug is geplaatst. Het staat in het nummer van week 44, op de 2-na laatste pagina, blz. 31. Voor iedereen die daarin geïnteresseerd is, is dit de rechtstreekse link naar het bewuste artikel.  http://hyperlocal.persgroep.nl/data/GNC/44/index.html

De eerste stap op weg naar eeuwige roem… of in elk geval tijdelijke…

Klaar…
Als je eenmaal zwierig ‘the end’ onder het verhaal hebt gekrabbeld, denk je misschien dat je klaar bent. Maar niets is minder waar! Dan begint het pas! Je wordt geconfronteerd met het meest confronterende en tijdrovende klusje van corrigeren, schaven en schrappen.

 Kill your darlings…
Alsof je een mes in je eigen vel zet, als je hele stukken doorwrochte tekst in je online prullenbak moet dumpen. Al die mooie, beeldende volzinnen waar je uren op hebt zitten broeden om ze in perfect Nederlands op te schrijven. (nou… typen dan) Streep erdoor; weg ermee!Kill your darlings, noemen schrijvers dat pijnlijke proces, waarmee je rücksichtslos hele stukken van je eigen creatie om zeep helpt. Au! Dat doet pijn! Al moet ik ook eerlijk bekennen dat het er doorgaans beter van wordt… Al met al een traject, dat je echt uit je comfortzone haalt; dat van redigeren, drukken, publiceren en uitgeven. En je boek verkopen natuurlijk!

Redacteur, drukker, vormgever…
Als eerste ga je in overleg met een redacteur. Maar wie? Het internet staat er vol mee, maar welke redacteur past bij jou en begrijpt jouw gedachtekronkels? Er moet absoluut een klik zijn, want als hij of zij jouw manuscript gaat lezen, volgen er correcties, vraagtekens en onverbiddelijke kritiek. En daar moet je wel mee om kunnen gaan…Vervolgens moet je een drukker vinden. Een goeie drukker, die vakwerk levert, maar die niet de hoofdprijs rekent… Gelukkig heb ik al een uitstekende vormgever, die mij daarbij adviseert: John Veenstra van Store-of-images. Een creatief natuurtalent, met veel  invoelingsvermogen voor mijn soms onnavolgbare ideeën.

Releasedatum
Dus misschien snap je het al: het boek ligt niet meteen komende week op de schappen van de boekhandels. Dat wordt waarschijnlijk januari. Maar elk nadeel heb z’n voordeel, zei Johan Cruijff al: in de saaie maand, na alle feestelijk geweld in december, is januari de allerbeste tijd om aandacht voor mijn debuutroman te genereren! Dan heb je tenminste tijd om lekker ’s avonds op de bank te kruipen met mijn boek!
Dus hou mijn website en Facebook in de gaten; daarin zal ik ruim van te voren aankondigen wanneer de boekpresentatie op het programma staat, en wanneer het boek in de winkels ligt. En wil je er zeker van zijn dat je niet misgrijpt, reserveer dan nu snel een boek via BOEK RESERVEREN.

Alvast veel leesplezier straks!


  • Share Post
  • Twitter
  • Facebook
  • Google +1
  • Email

Wiet & witte wijn -1- Het arrestatieteam

september 30, 2016 by marida

politie

De lucht trekt dicht en donkere wolken pakken zich samen. De terrassen zijn verlaten; stoelkussens zijn haastig naar binnen gehaald, parasols ingeklapt en de tuindeuren gesloten. De bladeren van de bomen ruisen dreigend nu de wind langzaam aanzwelt, en heel in de verte is het geluid te horen van een brommer die hard optrekt. Maar als dat geluid wegsterft is het weer stil op straat.

Dan opeens wordt de stilte verscheurd door aanzwellende sirenes van politieauto’s. De bewoners van de wijk aan de rand van het bosrijke dorp worden opgeschrikt door het indringende gejank dat dichterbij komt, de wijk in, de straat in. Voor het laatste huis aangekomen zwijgen de sirenes. Politiebussen en sedans worden kriskras voor de oprit neergezet, waarmee het zicht op het huis grotendeels wordt geblokkeerd. Dan klinkt het scherpe, metalige geluid van open- en dichtslaande portieren. Een team van mannen in uniform, met POLITIE Arrestatie Team achterop hun jacks, springen soepel na elkaar uit de bussen. Op aanwijzingen van hun sectiecommandant verspreiden ze zich snel en geruisloos rondom het huis. Een aantal buurtbewoners is nieuwsgierig naar buiten gekomen om te kijken wat er aan de hand is in het huis van de familie Maas. Ze verzamelen zich op straat, voor de tuin. Maar verder komen ze niet, resoluut op een afstand gehouden door twee agenten, die de ruimte ervoor afgezet hebben met rood-witte linten. Ze turen nieuwsgierig naar het huis en verdringen elkaar voor de beste plek achter de afzetting, terwijl ze gespannen elke beweging van de geüniformeerde mannen in de gaten houden. Er is niets te zien, maar er hangt er een onbestemde spanning in de lucht, die feilloos door de toeschouwers wordt opgepikt. De onrust is bijna tastbaar, als mensen elkaar aanstoten en speculeren naar de reden van de politie-invasie. Een overval, een inbraak? Alles wijst op een misdaad, en de blauwe zwaailichten die nog aanstaan, geven het tafereel een spookachtig aanzien in de donkere voortuin….

Uit de laatste auto, een zwarte Volkswagen Golf, stappen twee mannen, die de situatie beheerst opnemen. Arie Royakkers, een oude rot in het vak die belast is met deze actie, zet kleumerig de kraag van zijn beige trenchcoat omhoog. Zijn secondant, de jongere Gert-Jan Evers, loopt met hem mee de voortuin in terwijl ze op gedempte toon de situatie bespreken. Behoedzaam lopen ze naar de zware, donkerblauw gelakte voordeur van het vrijstaande jaren-30 huis, verreweg het grootste in de straat. De kleine buitenlantaarn naast de deur zet het pad ervoor in een zwak schijnsel. Royakkers drukt een paar keer ferm op de bel, die een heldere gong laat horen. Maar alles blijft stil. Voor de zekerheid laat hij ook de zwaar koperen deurklopper met een doffe plof op de deur neerkomen, maar ook daarop komt geen enkele reactie.Gert-Jan Evers doet een stap opzij naar het zijraam, en tuurt met zijn handen langs zijn ogen de woonkamer in, die slechts vaag verlicht is; er lijkt niemand aanwezig. Ze mannen overleggen kort met elkaar, waarna ze teruglopen, de tuin in.

Royakkers posteert zich op de oprit, om de situatie ter plekke in zich op te nemen. Chagrijnig heeft hij zijn armen om zijn buik geslagen. Hij had net op het punt gestaan om naar huis te gaan, na zijn late dienst die dag. Moe van een drukke werkweek, en een beetje rillerig had hij zich verheugd op een rustige avond voor de buis. Die werd hem echter op het laatste moment door de neus werd geboord door de melding van een gewapende overval in Molenhoek. Vuurgevaarlijke indringers zouden zich verschanst hebben in een woonhuis, dat zich, volgens zijn informatie, in de villawijk aan de buitenzijde van het dorp bevond, aan de grens met het daarachter gelegen bos. Code rood. Zijn team was in allerijl opgeroepen en eenmaal onderweg had hij nog de nodige informatie doorgekregen van de meldkamer.Royakkers negeert zijn opkomende hoofdpijn en observeert ingespannen het huis met de in witte hoogglans gelakte kozijnen, dat zo’n tien, twaalf meter van de straat af ligt. Het pand en zijn omgeving zijn, op het struikgewas achterin na, redelijk overzichtelijk. Links naast het woonhuis bevindt zich een breed, met waalsteentjes bestraat gedeelte; een dubbele oprit die aansluit op de zijtuin. Zijn oog was al direct getrokken door de twee auto’s die daar stonden; een donker gekleurde Volvo, donkerblauw waarschijnlijk, en een glanzend zwarte Porsche. Dure karren. Na een korte inspectie had hij vastgesteld dat er niemand in de voertuigen aanwezig was. Hij laat zijn blik over de riant ogende villa glijden, die deels met klimop is begroeid. Zelfs in het schemerduister registreert hij meteen de onmiskenbare luxe van het huis, met zijn rietgedekte kap, perfect onderhouden lakwerk, en de royale tuin, die omzoomd is door weelderige heesters en struiken. Zijn in feite wat voorbarige conclusie, dat geld wel een rol zal spelen in dit drama, is statistisch gezien dan ook zeker niet onwaarschijnlijk. Maar niets is zeker in dit stadium.

Evers is met enkele van zijn mannen naar de achterkant van het huis gelopen, terwijl de rest van het team zich verspreid in de tuin heeft opgesteld, tot aan de afrastering achterin. Via een systeem van kleine microfoons, die aan de kragen van hun jacks zijn bevestigd, houden ze elkaar op de hoogte. Maar op dit moment is er nog weinig te melden… Een magere knaap, die vooraan achter de politieafzetting staat, is ervan overtuigd er meer van te weten. Overtuigend vertelt hij zijn buurman dat het ‘natuurlijk’ met drugs te maken heeft. Met een breed armgebaar duidt hij op het grote vrijstaande huis, en op de glanzende auto’s op de oprit. ‘Ja man, hoe denk je anders dat ze aan die poen komen?’De man naast hem reageert prikkelbaar dat die Porsche niet van de bewoner is. Maar hij moet toegeven ook niet te weten van wie die dan wel is. Dan zwijgen ze weer, en staren gebiologeerd naar het huis met zijn diepe achtertuin.

Het geroezemoes van het publiek achter de politielinten is geladen met een onverbloemde sensatiezucht. Maar ondanks de schijnwerpers die door de tuin flitsen, is er weinig te zien. Daarvoor is het te donker, en bovendien ontnemen de auto’s en de struiken in de tuin hen een goed zicht op het schouwspel.Twee knullen uit de buurt, die juist op weg waren naar de stad, hadden meteen rechtsomkeert gemaakt toen zij de sirenes hoorden. Nieuwsgierig zijn ze met hun scooters zo ver mogelijk door gereden, om alles eerste rang te kunnen volgen. ‘Er is er vast een koud gemaakt!’ gokt een van hen beiden.‘Oh ja, en waar blijft de ambulance dan, en waarom sluipen die smerissen nog rond?’ reageert zijn maat cynisch. ‘Weet ik veel…’ Hij haalt nonchalant zijn schouders op.

De oprit, waar Royakkers is gaan staan, is strategisch gezien de meest voor de hand liggende keuze; van hieruit zijn zowel de voor- als de zijkant van het huis duidelijk in beeld. Routinematig zoomt hij met zijn blik in op mogelijke ontsnappingswegen.De ramen in de dakkapellen bovenin zijn donker. Alles lijkt rustig, maar schijn bedriegt in dit soort situaties. Na negentwintig jaar ervaring met het arrestatieteam is hij op zijn qui-vive, en ingespannen tuurt hij naar de achterdeur van het huis, die op het terras ernaast uitkomt. Dat moet de keuken zijn. Hier zouden de gegijzelden zich bevinden, volgens de aanwijzingen die hij heeft doorgekregen. Er brandt licht, maar er is niemand zichtbaar achter de half gesloten gordijnen. Zijn blik glijdt verder. Linksachter in de hoek van de tuin bevindt zich de garage, waarvan de elektrische kanteldeur aan de voorzijde gesloten is. Verder achterin de tuin zijn de contouren zichtbaar van een aantal grote bomen, en iets wat lijkt op een strook wild struikgewas, dat grenst aan het daarachter liggende bos. De spaarzame buitenverlichting achterin geeft echter onvoldoende zicht om details te kunnen onderscheiden.

Opeens vliegt de achterdeur met een ruk open. Een lange man met een donker jack aan en een wollen mutsje op zijn hoofd, rent over het terras de donkere tuin in. In zijn vlucht ontwijkt hij de grote, teakhouten tuintafel, en rent richting het dichte struikgewas achterin. Maar hij komt niet ver; als door een onzichtbaar obstakel pootje gehaakt struikelt hij en klapt voorover op de grond. Het pistool, dat hij bij zich had, is uit zijn hand geschoten, en ligt een paar meter verderop in het gras. Als hij weer op wil krabbelen kijkt hij onthutst in de loop van een Walther P99Q.‘Op je buik, en handen op je rug’ commandeert een agent met een indrukwekkend postuur nors, terwijl een tweede agent klaarstaat met een tasergun in de aanslag. De knaap gehoorzaamt gelaten, en meteen worden zijn armen naar achteren getrokken en wordt hij in de boeien geslagen. Dan wordt hij overeind gehesen, grondig gefouilleerd en zijn zakken worden leeggemaakt. Een halfvol pakje shag, een mobiele telefoon, een paar verfrommelde bonnetjes, een euromuntstuk, een klein plastic zakje met een onbestemde licht-grijsgroene inhoud, een aansteker en een goedkope ballpoint worden in een plastic zak gestopt. Het is een vaste procedure om te voorkomen dat een van de voorwerpen als wapen gebruikt kan worden. Maar de wat schriele gast, waarschijnlijk niet ouder dan een jaar of vijf- zesentwintig, is compleet overdonderd door de politieactie. Hij lijkt niet van plan ook maar iets te gaan ondernemen tegen deze overmacht.Lijdzaam laat hij zich meetronen door de agent, die hem in de richting duwt van een van de politiebussen. De agent duwt zijn hoofd omlaag en drijft hem met een geroutineerde beweging op de achterbank. Dan zwaait het portier met een klap dicht. Hij kan geen kant meer op; beide deuren zijn hermetisch gesloten. Verbitterd hoort hij hoe de agent in zijn mobilofoon melding maakt van het in hechtenis nemen van een van de overvallers. De man achter het stuur begroet hem spottend.‘Zo, jongen, nog laat op stap?’Hij zucht diep, en laat zich gedesillusioneerd op de achterbank zakken. Voor hem is het spel definitief uit…

Het hele spektakel heeft hooguit drie minuten in beslag genomen. Een van de agenten is bij de arrestant in de auto gestapt voor een eerste ondervraging ter plekke, voordat hij wordt afgevoerd naar het bureau. Royakkers zelf heeft de arrestatie op een afstand gevolgd, maar hij weet dat er nog meer overvallers in het huis moeten zijn. Dan opeens is een schurend gerucht achter in de tuin hoorbaar. Meteen richt hij zijn blik op de buitendeur van de garage. Het geluid lijkt daar vandaan te komen…Dan ziet hij hoe de deur aan de zijkant van het stenen gebouw langzaam, met een licht schrapend geluid, wordt opengeduwd. Behoedzaam komen een man en een vrouw uit de garage tevoorschijn met hun handen omhoog, terwijl ze nerveus naar de politiemacht in de tuin kijken. Onmiddellijk richten de drie dichtstbijzijnde agenten hun wapens op hen. Een van hen commandeert hen te blijven staan, terwijl ze vol in de schijnwerpers worden gezet. Charlie en Fenna blijven verschrikt staan. Charlie houdt beschermend zijn arm voor zijn ogen, terwijl hij tegen het licht in kijkt. ‘Ho, wacht…’ roept hij gealarmeerd. ‘Ik ben niet de man die jullie moeten hebben…’ Terwijl ze hun wapen op hen gericht houden, lopen twee agenten op hem af, en blijven op anderhalve meter afstand staan, wachtend op zijn verklaring.Struikelend over zijn eigen woorden begint Charlie Keizer te vertellen dat hij degene is de melding heeft gedaan van deze overval. Maar voor hij de kans krijgt het hele verhaal uit de doeken te doen, worden Fenna en hij naar een plek achter de garage gedirigeerd, uit een mogelijke vuurlinie. Daar gebaart de agent hem zijn relaas af te maken.‘Die man die jullie net gepakt hebben was zijn maat!’ roept Charlie met zijn ogen wijd opengesperd. ‘Van de overvaller, die nog binnen is!’ Gejaagd vertelt hij dat ze net op het punt hadden gestaan om de garage uit te komen toen ze hem naar buiten zagen stormen en regelrecht in de armen van de politie lopen. Daarna hadden ze afgewacht tot hij was ingerekend en afgevoerd, legt Charlie nerveus uit. De politiemannen kijken hem strak aan, terwijl hij vertelt wat zich tot nu toe in het huis heeft afgespeeld. Dat ze op bezoek waren toen de bel ging, en die twee agressieve kerels binnen kwamen stuiven. En hoe hij heeft gezien dat hun vrienden in de keuken met een pistool werden bedreigd door die gasten. ‘Dat waren zijn handlangers. Maar het gaat om die vent die nu nog binnen zit. Hij is degene die Emmaly en Willem Maas nu onder schot heeft,‘ meldt Charlie opgewonden. ‘Tenminste, dat is het laatste wat ik gezien heb…’ besluit hij zijn verhaal. Fenna knikt heftig. Ze had het hele gebeuren vanachter een kier in de deur goed kunnen volgen. Met gespannen gezichten wachten ze de instructies van de geüniformeerde mannen af. In het huis roert zich nog altijd niets.


  • Share Post
  • Twitter
  • Facebook
  • Google +1
  • Email

Fotoshoot

september 8, 2016 by marida

kronenburgerpark3

De fotoshoot gisteren was een unieke ervaring; heel erg leuk maar ook zo confronterend…

Met een professionele fotograaf met zijn toestel op statief zijn we samen Nijmegen in gegaan om de mooiste plekjes vast te leggen op de gevoelige plaat. Voor de fotogeniekste shots op de Waalkade en in het altijd prachtige Kronenburger Park. Maar dat pakte toch wat anders uit dan ik me had voorgesteld…
Nadat ik een tikje nerveus mijn tekst had ingesproken voor het crowdfundfilmpje, dat binnenkort op Voordekunst te zien zal zijn, bedacht ik vol goed moed dat mijn aandeel er nu op zat. Nu hoefde ik alleen nog maar van de zijlijn aan te wijzen wat ik de mooiste plaatjes vond, als tussenshots in het filmpje. Dacht ik tenminste. Maar Mario Ruiz, de artistieke fotograaf, zag dat heel anders. ‘Jij bent de schrijfster, dus jij moet wel degelijk in beeld’ zei hij terwijl hij mij overtuigend aankeek. Er viel niet aan te ontsnappen, ondanks mij zwakke protest. Een artiest spreek je tenslotte niet tegen…. ‘Echt? Moet dat?’ Hij knikte zelfverzekerd. Daar ging ik dus, braaf staan en lopen waar hij aanwees, in de hoop dat hij toch vooral het park zou filmen en zo min mogelijk mijzelf in beeld zou brengen…

Herkennen jullie dat?  Dat je alles op de foto wilt behalve jezelf? Ik had nog wel speciaal nieuwe laarsjes gekocht met een hoge hak. Prachtig ja, maar niet als je op van die wankele waalsteentjes moet lopen voor de camera… Waarom had ik niet gewoon sneakers aangetrokken? Of slippertjes desnoods?

Ik heb het eindresultaat nog niet gezien; hij moet tenslotte eerst knippen en plakken en dan alles aan elkaar monteren. Wat dat betreft lijkt het precies op wat ik zelf doe als ik schrijf, bedenk ik me, nu ik deze regels neerpen. Alleen heb ik nu niet in de hand wat jullie daar straks van zullen zien. Dus geloof me, ik ben nog veel benieuwder naar het resultaat dan jullie. Maar we zullen nog even moeten wachten tot het zover is.
In de tussentijd houd ik jullie graag op de hoogte van mijn vorderingen en strubbelingen tijdens de laatste fase van het boek. Vooral die laatste zijn er genoeg! Ik vind het echt te gek dat jullie met mij meelezen, bedankt daarvoor, en tot de volgende post!

kronenburgerpark2


  • Share Post
  • Twitter
  • Facebook
  • Google +1
  • Email
  • « Go to Previous Page
  • Go to page 1
  • Go to page 2
  • Go to page 3
  • Go to Next Page »

Footer

E-mail nieuwsbrief

Blijf op de hoogte van alle nieuwtjes

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

Copyright © 2023 · Atmosphere Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

Cancel