• Skip to main content
  • Skip to footer

Marida Rake Teksten

Nijmegen

  • Home
    • Even een leuke tekst schrijven…
    • Iets over mezelf…
    • Recensies en Portfolio
  • Teksten
    • Werkwijze
    • Briefing
    • Tarieven
    • Algemene Voorwaarden
  • Familieverhalen
    • Uw eigen familieverhaal
    • Hoe gaat het in zijn werk?
    • Interviews en uitwerking
    • Wat kost het?
  • Debuutroman
  • Contact
    • Phoenix Uitgeverij

blog

Nieuwsbrief april

april 23, 2017 by marida

Hallo volgers!
Leuk dat jullie geïnteresseerd zijn in mijn nieuwsbrief, waarin ik jullie met plezier op de hoogte houd van de laatste nieuwtjes van mijn schrijversperikelen.

Publicatie in Hallo Nijmegen
Als eerste staat mijn publicatie in Hallo Nijmegen op de agenda. Het huis-aan-huisblad, dat eind volgende week in de bus valt in Nijmegen en omstreken. Daarin wordt mijn eerste korte verhaal gepubliceerd, op bladzijde 13: Een bosje tulpen. 

En kort is dus in dit geval dus ook echt kort!
Een half A-viertje… Dat lijkt misschien gemakkelijk, maar in feite is dat een stuk lastiger, dan als je onbeperkt je schrijversdriften kan volgen, en alles wat je hart ingeeft, mag neerpennen! Want het hele verhaal dient verteld te worden in dat ene kleine stukje tekst. Dus geen uitgebreide intro’s, geen karakterbeschrijvingen of flashbacks, maar linea recta in het verhaal duiken, en via een korte beschrijving meteen door naar de uitsmijter! Leuk, maar wel een uitdaging! Lees zelf maar of je vindt dat ik erin geslaagd ben. (Mocht je de Hallo Nijmegen niet in de bus ontvangen hebben, (bijvoorbeeld als je een nee-nee sticker naast je brievenbus hebt) dan kun je het artikel ook lezen op www. hallonijmegen.nl.  Ik ben heel benieuwd naar jullie reacties!

In deze uitgave maak je bovendien kans om mijn debuutroman te winnen, als je de woordzoeker op bladzijde 38 op weet te lossen. De inzenders van de juiste oplossing dingen mee naar een gesigneerd exemplaar van mijn boek Wiet & witte wijn. Mocht je het zelf al hebben (wat ik hoop!) dan kun je goede sier maken door het boek cadeau te doen aan een goede vriendin (of vriend mag ook natuurlijk!)

Het tweede item is mijn nieuwe schrijversspecial: Familieverhalen.
Via mijn blog kun je mijn herinneringen aan mijn bloemrijke jeugdverhalen volgen. (Je kan natuurlijk gewoon af en toe inloggen, maar als je je inschrijft voor de nieuwsbrief, lees je het verhaal meteen als het is geplaatst). De titel van deze week is: Winter in het stadswandelpark.

 Maar mijn verhalen zijn zeker niet uniek. De meeste mensen hebben zoveel interessante, leuke, of ontroerende herinneringen aan hun jeugd of aan gebeurtenissen in de familie, dat het doodzonde zou zijn daar niets mee te doen. Ook als je daar zelf geen zin of tijd voor hebt. Want als je mij jouw familieverhaal vertelt, zorg ik ervoor, dat het een boeiend verhaal wordt, herkenbaar geschreven en mooi vormgegeven in een boek. Eventueel aangevuld met sprekende foto’s, die het beeld compleet maken; een fantastische erfenis voor de volgende generatie!

Aanbieding
En voor mij is het niet alleen heel leuk en interessant om dat verhaal te mogen verwoorden, maar we doen het samen. Jij vertelt, ik schrijf. En omdat dit mijn première is in Familieverhalen, wil ik een leuke aanbieding doen, namelijk een korting van 30% voor de eerste aanmelder!

Dat maakt het wel heel interessant om je geschiedenis nu voordelig vast te leggen…Voor meer informatie, kijk maar eens op Familieverhalen
Of bel me gerust even, dan leg ik je graag uit hoe we samen aan zouden kunnen pakken. Uiteraard vrijblijvend. Ik hoor graag van je!


  • Share Post
  • Twitter
  • Facebook
  • Google +1
  • Email

Winter in het stadswandelpark

april 22, 2017 by marida

, en 

Een van de foto’s uit de oude doos, die herinneringen bij me oproept. Samen met mijn moeder, mijn zusje en mijn grote broer (rechts) proberen we de zwaan, die uit het halfbevroren water komt, te verleiden dichterbij te komen. De snee oud brood, die mijn kleine zusje hem toesteekt, lijkt te werken; de zwaan komt argwanend dichterbij en hapt dan gulzig toe. Mijn oudere broer Ben, dertien jaar op dat moment, kijkt, met de slee in zijn hand, afwachtend toe…
Een nostalgisch beeld uit de winter van 1961-62. Sneeuw, warme jassen en vrolijke gezichten… Het Stadswandelpark, een park ten zuiden van het centrum van Eindhoven, vormde het decor van dit plaatje. Maar in datzelfde jaar, in diezelfde winter zelfs, speelde zich ook een ander scenario af, dat wat minder blije gezichten opleverde…

De ‘agent’

Het was een heldere namiddag. De dagen ervoor was er veel sneeuw gevallen, en ik mocht met mijn grote broer en mijn hartsvriendin Els, die net weer beter was, na school naar het park, om te gaan sleeën en in de sneeuw te spelen.
Het zal zo tegen een uur of vier, halfvijf geweest zijn, dat Els en ik lachend en sleeënd door het park crosten, terwijl Ben met zijn fiets in de buurt bleef. Er was nauwelijks verschil te zien tussen de wandelpaden en het keurige gazon, waar nu een dikke laag sneeuw op lag.  En wij hadden, als 8-jarige kinderen, natuurlijk totaal geen oog voor het kleine bordje, dat vermanend boven de sneeuw uitstak.
Totdat een man in een donkere jas en een pet op, een agent dachten wij, ons bars aansprak over ons gespeel op het grasveld. Ons volledig onbewust van de regel die we overtraden, staarden we geschrokken naar het bordje ‘verboden te betreden’, dat wandelaars van het grasveld moest weren. Maar gelukkig bleef het bij een waarschuwing. We knikten gehoorzaam, met de belofte het gras verder te mijden, waarna de man weer doorliep, met zijn fiets aan de hand. Uitgelaten als we waren duurde het echter nog geen vijf minuten voor we de waarschuwing weer vergaten; de maagdelijke sneeuw op het grasveld was té aantrekkelijk.
Toen het begon te schemeren, wisten we dat het tijd was om naar huis te gaan, als we voor het donker thuis wilden zijn. Maar nog voor we de uitgang van het park bereikten, stond de man met de fiets, die ons eerder berispt had, opeens weer voor onze neus. Hij had gezien dat we zijn waarschuwing in de wind hadden geslagen, baste hij streng, en nu was hij verplicht onze ouders op de hoogte te stellen van onze overtreding. Onder de indruk van zijn verhaal knikten we geïmponeerd, en gaven antwoord op zijn vraag waar we woonden. Of we daar een bewijs van bij ons hadden, vroeg hij. Nee, dat hadden we niet…
Mijn oudere broertje voelde zich verantwoordelijk, en bood aan om dat thuis te gaan halen. De man stemde daar mee in en gebood ons, meisjes, op zijn terugkomst te wachten. Daarna zou een andere agent, die nu was eten, het van hem overnemen. Maar het was koud, het werd langzaam donker, en we kregen koude voeten. Hij ijsbeerde op en neer en sloeg demonstratief met zijn armen om zich heen. Meelevend bedachten wij dat hij het ook wel koud zou hebben. Dus toen hij voorstelde om maar gezamenlijk naar huis te lopen, leek ons dat beter dan het, stilstaand, alsmaar kouder te krijgen. En vervolgens begonnen we richting Roothaanstraat te lopen, de straat waar we allebei woonden, terwijl hij erover klaagde, dat hij door ons nou zijn avondmaal zou missen. Dat vonden we zo zielig voor hem….
In dat stadsdeel, Stratum, waren er overal tussen de achtertuinen van de huizen in smalle gangetjes, die meestal een kortere route boden. Toen hij een gangetje in wilde glippen, vertelde Els hem echter argeloos dat onze juffrouw daar woonde, waarop hij dat plan meteen weer liet varen. Maar er gaan meer wegen naar Rome… En aangezien we er de weg kenden, was ik niet argwanend toen hij met ons een ander donker gangetje inliep; dat deden we zelf immers ook altijd. Hij wees naar een verlicht slaapkamerraam en zei dat de bewuste politieagent daar aan het eten was, en dat we op hem moesten wachten. Op dat moment kondigde mijn iets oudere vriendinnetje opeens aan, dat zij wel even snel vooruit zou lopen… Ikzelf had echter nog niets in de gaten. Het drong niet eens in mijn naïeve geest door, dat het een wel erg vreemde gang van zaken was. Integendeel; in mijn onschuld stelde ik haar zelfs voor om maar een appeltje van thuis voor hem mee te nemen…
Terwijl zij pijlsnel naar de straat rende, bleef ik alleen met de man achter. Pas toen hij aan zijn gulp begon te sjorren, en vroeg of ik niet moest plassen, begon me iets te dagen… Maar op het moment dat hij aan mijn onderbroekje wilde gaan frummelen, kwam er opeens een man met een hondje het gangetje in gelopen. De ‘wetsdienaar’ wist niet hoe snel hij hem moest smeren! Zelfs op dat moment had ik nog niet door waaraan ik was ontsnapt…
Eenmaal thuis hoorden mijn ouders ontzet het hele verhaal aan, en de consternatie was groot, dat staat me nog helder voor de geest! Nog diezelfde avond moesten we, samen met Els en haar ouders, naar het politiebureau om te vertellen wat er gebeurd was. De rechercheur, die onze verklaring opnam, schoof ons een boek met foto’s onder de neus. Of we er iemand uit herkenden…

Pas veel later begreep ik, dat ik het aan de argwaan van mijn vriendinnetje te danken had, dat het niet verder uit de hand gelopen is met de ‘agent’, die een ordinaire kinderlokker bleek te zijn! Een figuur, waarvoor we als kleine kinderen al gewaarschuwd werden…
Maar door haar alertheid en mijn eigen naïviteit is het gelukkig nooit meer geworden dan een spannende, ietwat vage herinnering. Daardoor ben ik gevrijwaard gebleven van het trauma dat een dergelijk incident bij een kind had kunnen veroorzaken. Dus bij deze, Els, alsnog bedankt voor jouw waakzaamheid!


  • Share Post
  • Twitter
  • Facebook
  • Google +1
  • Email

Herinneringen aan een wit prinsesje…

april 15, 2017 by marida

Mijn eerste Heilige Communie.

Een van de herinneringen die me bijgebleven is uit die tijd, is mijn Eerste Heilige Communie. Destijds een belangrijk kerkelijk feest in mijn katholieke opvoeding.
Al dagen van tevoren was ik opgewonden voor het komende feest, mijn door mijn moeder zelfgemaakte witte jurk met roesjes hing klaar, en ik had speciaal voor de gelegenheid nieuwe witte schoenen gekregen met bijpassende witte sokjes! Ik telde de dagen af! Het enige minpuntje was, dat ik dolgraag mooie golvende lokken wilde, terwijl er in mijn steile blonde haar geen krul te bespeuren was. Maar mijn moeder wist raad. De avond van tevoren zette ze zachte schuimrubber rollers in mijn haar voor ik naar bed ging. Als die er de hele nacht in zouden zitten, zou ik de volgende dag vast de zo vurig gewenste krullen hebben!
Die avond in bed durfde ik mijn hoofd nauwelijks te bewegen. Het moest lukken! In die dagen was er nog niet zoiets als de veelbelovende haargel of verstevigingsmousse, zoals je die nu in alle soorten en voor elk haartype kunt kopen. Alleen haarlak, een nog wat primitieve variant van de geavanceerde sprays die nu de schappen vullen, was het enige ‘wapen’ dat mijn moeder in kon zetten. Eerlijk gezegd kan ik me niet meer herinneren of ze die ook echt heeft gebruikt, maar wat ik wel weet, is dat ‘al op weg naar de kerk’ de zorgvuldig gemodelleerde krullen er al weer uitgezakt waren. Nou ja, in feite deerde het me niet, ik had een prachtige kanten haarband die dat verbloemde, en ik vond dat ik er als een prinsesje uitzag, helemaal in het wit! (Jammer genoeg heb ik alleen een foto met dat stomme jasje…)

Van de dienst zelf, in de kerk, herinner ik me weinig. Ik weet alleen nog dat we als een lange rij kleine meisjes voorin de kerk de op school ingestudeerde gebeden en liedjes ten gehore brachten. Daarna kregen we van de priester in zijn paarse gewaad zo’n ‘snoeppapieren’ ding op de tong, waar we vooral niet op mochten kauwen! Maar het feest erna, met ranja en taart, vond ik veel belangrijker. (Toen al!) Zelfs de ietwat teleurstellende ‘buit’ van die dag kon daar geen afbreuk aan doen; ik voelde me het stralende middelpunt! Al had ik stiekem toch wel op wat leukers gehoopt dan de cadeautjes die ik kreeg… Een kerkboek met vrome plaatjes, een paarlemoer(kleurige) rozenkrans, en een bestek met inscriptie van een jezusfiguur met stralenkrans; dat waren bepaald geen wensdromen! Maar in die tijd moest je eerste kerkelijke inzegening je toch vooral veel vroomheid en goddelijk besef bijbrengen, al is dat met mij nooit helemaal gelukt. Ik was weliswaar een meegaand kind, maar ik had ook toen al een kritische geest. Als er een God bestond waarom gingen mensen dan dood? En waarom hadden de arme kindertjes in Afrika niets te eten? Daar kon ik als klein meisje echt van wakker liggen, dus ik had het niet zo op met die rechtschapen God, die ons voorgespiegeld werd… Zo vond ik het verschrikkelijk onrechtvaardig dat babytjes, die niet gedoopt waren, niet naar de hemel zouden gaan, zoals ons zonder pardon door de nonnen op school werd verteld.

Nauwelijks een week later heb ik mijn rozenkrans weggegeven aan een klasgenootje die hem prachtig vond. Omdat ze zo aardig was… Tot op de dag van vandaag twijfel ik er echter aan of dat een genereuze daad was, of gewoon verholen rebellie… Maar als ik er wat langer over nadenk, weet ik diep in mijn hart dat het waarschijnlijk dat laatste was…


  • Share Post
  • Twitter
  • Facebook
  • Google +1
  • Email

Footer

E-mail nieuwsbrief

Blijf op de hoogte van alle nieuwtjes

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

Copyright © 2023 · Atmosphere Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

Cancel